Als je in Nunspeet woont, en je zoon is afhankelijk van drugs, wat betekent dat voor je gezin? Jan en Addie hebben het meegemaakt. Zij vertellen hun verhaal heel open. Dat is niet gemakkelijk. Maar ze hopen dat andere ouders, die zich in het verhaal herkennen, niet dezelfde spanningen mee gaan maken.

“Op een gegeven moment stonden we neus aan neus tegenover elkaar” vertelt vader Jan. “Dan kijk je in een paar zwarte gaten; de pupillen van onze zoon Peter waren enorm groot geworden. Je kan dan niks doen en je voelt je volkomen machteloos. Fysiek had ik het wel kunnen winnen, maar je hebt er niks aan. Een keer een goed pak slaag geven, zoals sommige mensen suggereerden, zou alleen maar averechts werken.” Met de wijkagent werd uiteindelijk de afspraak gemaakt dat de ouders meteen 112 zouden bellen als er geweld dreigde in het gezin. Als ze dat deden stond er ook razendsnel politie voor de deur. Dat zorgde voor een beetje veiligheid in huis.

“Peter was altijd een vriendelijke en vrolijke jongen, die een hele leuke band had met zijn kleine zusje”, vertelt moeder Addie. “We zagen zijn gedrag veranderen toen hij veertien jaar was. Hij werd een teruggetrokken, nors ventje. We dachten dat pesten op school de oorzaak was. Achteraf hoorden we, dat hij op die leeftijd was begonnen met drugs.”

Toen Peter 16 was, werd wel duidelijk dat hij drugs gebruikte. Addie: “Hij werd thuisgebracht door vrienden omdat hij niet lekker was. Hij braakte zijn hele maag leeg. De inhoud was roze. Hij zei zelf dat het van de Red Bull kwam. We vonden hasj in zijn jaszak. Op zijn telefoon stonden allemaal filmpjes waarop vrienden met wiet en alcohol bezig waren, maar volgens Peter waren dat nepfilmpjes…”

Vader Jan kijkt terug op een hele zware periode “We hebben hem toen een half jaar kort gehouden. Dat leek een paar maanden goed te gaan. Maar daarna ging het snel bergafwaarts. Hij verstopte overal in het huis drugs. Om dat te voorkomen moesten we hem, voordat hij het huis binnenkwam, grondig fouilleren. Dat is best heftig, als je dat met je eigen kind moet doen, terwijl je weet dat hij zelfs drugs kan verstoppen tussen zijn billen.” Iedereen was gespannen voor het moment dat hij thuis zou komen en als hij dan door de poort stapte, kwam die spanning tot het kookpunt. Peter werd steeds agressiever. In die periode waren we heel alert, om te voorkomen dat Peter ’s nachts naar buiten ging.

3MMC was het middel dat Peter het meeste gebruikte. Door de drugs sliep hij niet meer en at hij eigenlijk ook niet meer. De angst en paranoia straalden van hem af. Hij leek in niets meer op het vriendelijke jongetje van vroeger. Zelfs zijn zusje moest het ontgelden.

Addie: “We hebben van alles geprobeerd; we zijn met hem bij het CJG geweest en we hebben verschillende gesprekken gevoerd over ADHD. Maar niets hielp. Toen de drugs duidelijk in beeld kwamen en ook de agressie een rol ging spelen, zei de wijkagent: ‘Jullie moeten een dossier opbouwen.’ Veilig Thuis werd ingeschakeld. Die organisatie was heel belangrijk, want die zorgde ervoor dat er echt wat gebeurde. Zij spoorden andere organisaties aan om door te pakken. Uiteindelijk hebben we na een moeilijk weekend de crisisdienst gebeld. Op woensdag kwam er een psycholoog met ons praten en op vrijdag is Peter opgehaald. Hij wist zelf nergens van. Dat doe je allemaal niet graag bij je eigen kind, maar het was voor een goed doel. De rechtelijke machtiging voor de gedwongen opname is een paar keer verlengd, zodat Peter uiteindelijk een klein jaar is weggeweest.”

Jan en Addie hebben lang het gevoel gehad dat ze er alleen voor stonden. Jan: “Toen Peter 14 was en naar een verjaardagsfeestje ging, belden wij de moeder om te vragen of er alcohol op het feestje zou zijn. De moeder vertelde ons dat ze zelf die avond weg zou zijn. Wij vonden dat niet verantwoord en dus mocht Peter niet naar het feestje.”

Later kwamen er nog meer gesprekken met andere ouders. “Toen we merkten we dat Peter zo nu en dan ’s nachts het huis uitsloop, gingen we hem zoeken. We hebben hem op zondagochtend wel eens aangetroffen in een schuurtje met een groepje vrienden, die zaten daar allerlei soorten drugs te gebruiken, wiet en ketamine enzovoort. Vervolgens bleek dat de moeder van wie het schuurtje was, wist wat daar gebeurde. Andere ouders vinden het moeilijk om te zien dat hun kind drugs gebruikt. In mijn zoektochten ’s nachts heb ik wel eens kinderen van 13 aangetroffen die drugs gebruikten. Ik heb hun ouders gesproken, maar die zeiden dat het allemaal wel meeviel.”

Niet alleen het drugsgebruik maakte het leven in het gezin van Jan en Addie steeds moeilijker; ook de bedreigingen uit het drugscircuit waar Peter in zat, werden steeds sterker. Geweld, strijd om geld en drugsschulden, het maakt allemaal onderdeel uit van deze wereld. Peter was zelf al meerdere keren met een mes bewerkt en ook beschoten met omgebouwde neppistolen. Om de druk op hem op te voeren werd hem verteld dat de dealers wisten waar zijn ouders woonden en wie de andere kinderen uit het gezin waren. Addie: “Soms werd er midden in de nacht aangebeld, maar stond er niemand op de stoep… Net nadat Peter was opgehaald door de crisisdienst, werd in Nunspeet een aantal drugsdealers opgepakt. Daar hadden we niks mee te maken, maar we kregen er wel de schuld van. Op advies van de wijkagent hebben we een camera laten plaatsen.”

Achteraf gezien zijn Jan en Addie nog steeds blij dat ze die stappen allemaal hebben gezet. Ook Peter heeft nooit een onvertogen woord gezegd over het feit dat zij hem hebben laten opnemen. De eerste weken dat hij in de instelling zat, zei hij meerdere keren dat hij daar in ieder geval veilig was; niemand wist waar hij zat. En Peter is nu weer een paar maand thuis. Hij is weer grotendeels zijn oude, vriendelijke ‘zelf’. Hij loopt stage en dat gaat goed. Hij heeft weer diezelfde leuke band met zijn zusje als vroeger. Maar alles is nog lang niet vergeten; Jan en Addie zijn zelf alle spanning nog zeker niet vergeten en Peter wil ook nog graag gehaald en gebracht worden als hij ’s avonds naar zijn stageadres moet.

Voor de twee andere kinderen is het leven ook weer normaler geworden. Ook zij hebben er echter wel een flinke tik van meegekregen: De middelste is een schoolniveau naar beneden gegaan en ook de jongste heeft het niet gemakkelijk gehad. Addie: “Soms moest zij door de voordeur naar buiten, als Peter via de achterdeur binnenkwam. Dan kon ze de straat uitlopen en kwam opa haar tegemoet.”

De ouders zelf zijn nu positief gestemd. De oudercursus bij Tactus Verslavingszorg die ze hebben gevolgd, heeft hen heel veel gebracht. Addie: “Bij de eerste bijeenkomst hoorden we meteen: ‘Als ouders kun je je kind in dit soort situaties niet helpen.’ Die zin was voor ons heel belangrijk. Wij zijn veel te ver gegaan in onze pogingen om Peter te helpen. Dat ging ten koste van onszelf en de andere kinderen en Peter was er niet mee geholpen. Jij moet de schaamte voorbij, terwijl je kind hulp nodig heeft. En als ouders heb je ook hulp nodig. De gesprekken met andere ouders die in dezelfde situatie zaten, gaven veel herkenning, geruststelling en inzicht in wat we wél konden doen.”

Addie en Jan delen graag hun ervaringen. Wellicht hebben andere ouders in Nunspeet of omgeving op dit moment te maken met vergelijkbare omstandigheden. Uit ervaring weten Addie en Jan dat een goed gesprek met andere ouders een hele goede eerste stap kan zijn. Uit privacyoverwegingen zijn de namen van Jan, Addie en Peter verzonnen. U kunt de echte personen bereiken via een emailbericht aan janenaddie@oudersmetinvloed.nl

3MMC

Peter gebruikte 3MMC, dat middel wordt door veel jongeren gebruikt in Nunspeet.
Het is een stimulerend middel.

De risico’s zijn: angsten en psychoses, rusteloosheid, hoofdpijn, misselijkheid, hallucinaties en vooral de behoefte om steeds opnieuw te gebruiken.

Ga naar de inhoud